Naar gezondere gewassen in Benin en in de rest van Afrika
Tien jaar geleden ontstond in Benin het bedrijf BioPhyto, met de bedoeling de teelt van gewassen gezonder te maken, zowel voor de voeding van de bevolking als voor de landbouwers die de grond bewerken. Het bedrijf krijgt steun van het Business Partnership Facility initiatief, beheerd door de Koning Boudewijnstichting,om zich te kunnen uitbreiden over het hele Afrikaanse continent en zelfs daarbuiten.
Het avontuur van BioPhyto is vooral te danken aan Gildas Zodomè en aan zijn gedrevenheid voor de landbouw. Als landbouwingenieur, doctor in de milieukunde, gezondheid en duurzame ontwikkeling wist deze wetenschapper uit Benin heel goed hoe hij zijn loopbaan na zijn doctoraatsthesis wilde uitbouwen. In eerste instantie werkte hij voor de Beninse overheid als adviseur voor de landbouwers en wat hij vaststelde tijdens zijn opdrachten, sterkte hem in zijn plan. Gildas Zodomè legt uit: “Als landbouwadviseur schreef ik chemische middelen voor en gaf ik uitleg over hun gebruik, omdat er geen andere oplossing was. Kunstmest, pesticiden, insecticiden, … allemaal producten waarvan ik elke dag kon zien dat ze schadelijk waren voor de gezondheid van de landbouwers en dat ze leidden tot voedselvergiftiging bij de bevolking die at van de gewassen die met die giftige producten waren besproeid. De landbouwers vertelden me ook dat de bodem uitgeput raakte.”
Een positieve spiraal
Gildas Zodomè meende dat andere oplossingen nodig waren, alternatieve producten, die vooral gebaseerd waren op de kennis van de oudere mensen en het traditioneel gebruik van planten en resten om de bodem vruchtbaar te maken en plagen te bestrijden. Vanaf 2011 werden prototypes ontwikkeld en uitgetest in een gecontroleerde omgeving, met positieve resultaten voor de landbouwers. Daarna volgden de eerste homologaties en werden octrooien aangevraagd bij de Afrikaanse Organisatie voor Intellectueel Eigendom (OAPI).
In 2013 werd het bedrijf BioPhyto opgericht, met een aanbod van verschillende soorten organische meststoffen en biopesticiden, en in 2015 werd het erkend. Gildas Zodomè verklaart: “Een van de grondstoffen die de ouderen gebruikten en aanraadden is het zaad van de neemboom, die groeit in afgelegen en vrij arme gebieden in Benin. Daarom namen we contact op met de dorpshoofden en zochten we ongeveer 3.000 jonge vrouwen met weinig kansen op de arbeidsmarkt. Die hebben we opgeleid in het oogsten van de neemzaden en hun het materiaal voor de oogst ter beschikking gesteld.” Een andere grondstof die BioPhyto gebruikt, volgens de principes van de circulaire economie, zijn landbouw- en voedselresten uit de ananasteelt, die worden omgezet tot compost en organische mest, en ook tot met ethyleen verrijkte actieve kool (bio-TIF).
Dat laatste actieve bestanddeel werd ontwikkeld dankzij het Belgisch ontwikkelingsagentschap Enabel, met medewerking van het Beninse ministerie van landbouw, veeteelt en visserij. Door het verbod van de EU uit 2022 op het gebruik op calciumcarbide om de bloei van ananas te versnellen en het tweejarig moratorium om vervangende oplossingen te zoeken, lukte het BioPhyto een biologisch product te ontwikkelen om de bloei van ananas op te wekken, met een ECOCERT-label. Daardoor is het een van de enige bedrijven op de internationale markt voor organische meststoffen en biopesticiden dat dergelijke gehomologeerde producten aanbiedt. De volledige productie voldoet ook aan de ISO-normen 9001 (kwaliteitsmanagement) en 14001 (milieubeheer).
“Om dat resultaat te bereiken, moesten we de landbouwers overtuigen, want aanvankelijk aarzelden ze sterk om de bioproducten te gebruiken. Vandaag volgen ze ons, vooral omdat ze niet langer beschermingskledij hoeven te dragen om brandwonden door de chemische producten te vermijden. De BioPhyto-producten zijn beter voor hun gezondheid en voor die van de bevolking, die nu kan rekenen op gezonde en biologische voeding. En dat betekent een grote vooruitgang op lange termijn voor de gezondheid, het milieu en de economie.”
Financiële steun om te groeien
Dankzij Enabel vernam BioPhyto dat het mogelijk was financiële steun te krijgen via de Business Partnership Facility (BPF), beheerd door de Koning Boudewijnstichting. BPF steunt ondernemersinitiatieven die worden uitgevoerd in partnerschap tussen bedrijven en spelers uit het maatschappelijk middenveld, en die bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen in een van de programmalanden (waaronder Benin). De projecten die BPF financiert, moeten aantonen dat ze maatschappelijke impact hebben en economisch leefbaar zijn. “Met BioPhyto is het ons gelukt om die kans te grijpen”, vertelt Gildas Zodomè, “en daardoor konden we rekenen op 200.000 euro financiële steun en begeleiding. Die steun heeft het vertrouwen vergroot bij de partners die zich samen met ons inzetten en heeft ons de kans geboden om te blijven groeien, dankzij bijkomende kredieten.” Zo was er ook nog een lening van Kampani, een investeringsfonds waarbij de KBS een van de stichtende aandeelhouders is.
Vandaag is BioPhyto een bloeiend bedrijf, dat erkenning geniet dankzij de vele Afrikaanse en internationale prijzen die het al heeft gewonnen. Het bedrijf heeft een degelijk algemeen management, beschikt over hoogwaardige en snelle productielijnen en opslagplaatsen en werkt samen met overheidslaboratoria. BioPhyto heeft vijftig vaste medewerkers in dienst en daarnaast een veertigtal tijdelijke werknemers en een netwerk van neemzaadpluksters. Het bedrijf is ook actief in Togo en Ivoorkust, verspreidt zijn producten in de subregio en wil zich de komende jaren verder ontwikkelen in andere continenten. Het wil zijn technieken en zijn knowhow ook inzetten in alle warme Afrikaanse landen, waar dezelfde grondstoffen te vinden zijn.