Vier ondernemers leggen uit hoe de Business Partnership Facility hun duurzame activiteiten ondersteunt in Rwanda en Senegal
Verwerking van kokosnootafval in Ghana, teelt van fairtrade cacao in Ivoorkust, bijenteelt in Oeganda, waterkrachtcentrales in Kenya, … het zijn maar enkele van de projecten die kunnen rekenen op de steun van de Business Partnership Facility (BPF). Dat initiatief, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, biedt steun aan bedrijven met een sterke maatschappelijke en ecologische impact in ontwikkelingslanden.
De subsidie van de BPF draait niet alleen om geld. Zij biedt de kans om te plannen op langere termijn en werkt als katalysator voor de ontwikkeling van bedrijven en toekomstige investeringen en helpt ambities waarmaken.
Om in aanmerking te komen, moet een bedrijf bijdragen aan het verwezenlijken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, zoals waardig werk of economische kansen creëren voor vrouwen en jongeren, het gemiddeld inkomen verhogen voor gezinnen met een laag inkomen, betaalbare goederen en diensten aanbieden of de biodiversiteit beschermen.
Vrouwelijke bedrijfsleiders
Veel van de door BPF geselecteerde projecten worden geleid door vrouwen en hechten groot belang aan het betrekken van vrouwen en jongeren bij het ondernemerschap.
Een van die bedrijfsoprichters is Yvette Ishimwe, van Iriba Water Group Rwanda. Zij plaatste 40 ‘waterautomaten’ in arme stedelijke buurten. Op die manier biedt zij 16.000 mensen met een laag inkomen een verzekerde en betaalbare toegang tot veilig drinkwater met herbruikbare waterflessen en drinkbekers. De automaten worden uitgebaat door jongeren en vrouwen via een franchisemodel, en zo ontstonden veertig nieuwe banen.
“De relatie tussen de financierder en de subsidieontvanger is belangrijk”, stelt zij. “Sociale ondernemers zijn gedreven door wat ze doen. Vertrouwen is cruciaal om uitvoerders van projecten zeggenschap te geven. Ik mocht dat vertrouwen ervaren en dat heeft mij versterkt, het gaf mij het gevoel dat ik gemachtigd ben om beslissingen te nemen die volgens mij goed voor ons zijn.”
Bewezen impact
Na een selectieprocedure in vier stappen biedt de BPF ‘matching grants’ van 50.000 tot 200.000 euro. Daarnaast leveren partners eenzelfde of hoger bedrag. De geselecteerde projecten moeten hun gecontroleerde rekeningen, en minstens één keer per jaar een verhalend en financieel verslag, voorleggen en elke twee maanden ook een korte update van het project geven.
Bij onderzoek van de in 2023 afgesloten projecten bleek dat 20% van de 50 tussen 2019 en 2022 gefinancierde projecten kan aantonen dat het inkomen van de begunstigden is verhoogd. Wellicht was die stijging er ook in andere projecten, maar er bestaat nog geen kader voor gegevensinzameling dat indicatoren kan vaststellen en resultaten kan meten.
Christelle Kwizera is de oprichtster van een waterproject in Rwanda: INUMA, een mini-waternetwerk aangedreven door hernieuwbare energie dat veilig en betaalbaar drinkwater biedt in landelijke en randstedelijke gebieden. Daardoor moeten vrouwen en kinderen minder tijd besteden aan het zoeken naar water, en vermindert ook de CO2-uitstoot.
“We hebben heel wat geïnvesteerd om onze impact te meten”, zegt zij. “We houden een jaarlijks impactonderzoek en zamelen monsters in bij gebruikers. We kijken naar gemeenschappen die we al bedienen en gemeenschappen die we in de toekomst willen bereiken, om een duidelijk beeld te krijgen van onze impact.”
“De relatie tussen de financierder en de subsidieontvanger is belangrijk. Sociale ondernemers zijn gedreven door wat ze doen. Vertrouwen is cruciaal om uitvoerders van projecten zeggenschap te geven. Ik mocht dat vertrouwen ervaren en dat heeft mij versterkt, het gaf mij het gevoel dat ik gemachtigd ben om beslissingen te nemen die volgens mij goed voor ons zijn.”
Meten is weten
Uit de ingezamelde gegevens blijkt onder meer dat water van INUMA goedkoper is dan andere oplossingen – zelfs dan door de overheid gesubsidieerd water. Veel mensen vertrouwen niet dat het gesubsidieerde water zuiver en veilig is en zuiveren het nog een keer voor het drinken, waardoor het duurder wordt.
“Het is een kwestie van financiering, niet van technologie”, stelt Christelle. “De watersector wordt veel te weinig gefinancierd: hij krijgt slechts 1% van alle financiering voor infrastructuur. In verhouding tot hun inkomen betalen Afrikanen meer voor water dan mensen in andere landen. Innovatie gaat niet om de ontwikkeling van een nieuwe pomp, maar om de levering.”
Aanvankelijk verzamelde Christelle de gegevens enkel om subsidieaanvragen te stofferen, maar nu heeft ze een volledig datateam in dienst. Dankzij de metingen kan het bedrijf de gebruikers een betere service leveren – door de waterkwaliteit en de leveringszekerheid te controleren – en ook toekomstige financiering aantrekken die de voortzetting van de werking kan garanderen.
Blandine Umuziranenge is de vrouw achter Kosmotive. Met haar sociale onderneming wil zij de reproductieve gezondheid en de gezondheid van moeders en kinderen in Rwanda en uiteindelijk in heel Afrika bevorderen, dankzij betere toegang tot gezondheidsdiensten voor moeders en kinderen. Haar KosmoPads-project ontving financiering van BPF, voor de productie van herbruikbaar maandverband dat wordt verdeeld onder kansarme vrouwen en meisjes. Ze wil honderd vrouwen werk bieden bij de productie van dat menstruatiemateriaal, dat in Rwanda nog altijd vrij onbekend is.
Ook zij benadrukt het belang van vertrouwen in haar relatie met BPF. Ze waardeert de vrijheid die ze krijgt om de financiering voor haar bedrijf te besteden zoals haar het beste lijkt. “Dat motiveert mij, want ik ben heel gedreven in wat ik doe. Dat vertrouwen wil ik niet beschamen”, stelt ze. “Het geeft mij de ruimte om mijn impact te vergroten en meer te doen dan ik voor mogelijk hield.”
Een kwestie van vertrouwen
Siny Samba richtte in Senegal Le Lionceau op, een bedrijf dat voedzame, lokaal geproduceerde babyvoeding maakt in samenwerking met een groep plattelandsvrouwen. Ze biedt werk aan kleinschalige boeren en coöperaties. Bij de verslaggeving is het niet altijd gemakkelijk om een duidelijk beeld te krijgen van hun omzet. Ze hoopt een onderzoek te kunnen opzetten met het Nationale Voedingslaboratorium om gegevens te verzamelen over de voordelen van haar producten, om zo verdere financiering aan te trekken waardoor haar bedrijf nog meer mensen kan bereiken.
Ze vergelijkt het partnerschap met een financierder met een autoritje. “Soms heb je een partner die aan het stuur wil zitten. Maar jij kent je zaak, jij hebt de auto ontworpen en je weet hoe je ermee moet rijden”, zegt ze. “Dan zegt iemand dat je naar links moet draaien, terwijl jij weet dat je rechtsaf moet – stap gewoon met ons in de auto en vertrouw erop dat rechts afslaan het beste is voor iedereen.”
Ook Christelle Kwizera kent dat gevoel: “We hebben vele jaren geïnvesteerd in ons bedrijf. Het was misschien geen vlekkeloos traject, maar we waren gedreven en betrokken en de financiers moeten dat geloven”, stelt ze. “Je moet het vertrouwen krijgen om echt aan de slag te gaan.”
Door steun te verlenen aan ondernemers als deze, die voorrang geven aan hun impact op samenleving en milieu, financiert de BPF niet enkel projecten, maar bevordert ze ook op lange termijn een cultuur die aandacht heeft voor leren, innovatie, partnerschap en duurzaamheid.