Skip to main content

Ethiopische honing goed voor economie én ecosysteem: “Bijen zijn onmisbaar om onze natuur in goede conditie te houden”

Anagaw Atickem Meshesha is natuurwetenschapper, gespecialiseerd in ecologische conservatie en

evolutionaire genetica. Hij is de spil in een project dat kwalitatieve, biologische honingproductie in Ethiopië wil opzetten en naar de Europese markt brengen. Waarom? Omdat honingproductie onverwachte voordelen biedt voor de lokale economie én voor de biodiversiteit, zo stelt de professor.

“Ethiopië is een land met een ongelooflijke rijkdom aan landschappen,” vertelt Atickem. “In het oosten heb je de Danakilwoestijn, die onder zeeniveau ligt en waar bijna geen leven te vinden is. Meer naar het binnenland heb je het grootste hooglandgebied van Afrika, met toppen die boven de 4000 meter reiken. Dat grote hoogteverschil zorgt ervoor dat Ethiopië een uitzonderlijke fauna en flora heeft. Als conservator zoek ik naar manieren om die rijke Ethiopische ecosystemen te beschermen.”

De Ethiopische bijen kunnen wat bescherming goed gebruiken, argumenteert Atickem. “In Ethiopië valt nieuwjaar in september. Toen ik jong was, werd onze streek rond die periode bedekt met een geel bloementapijt: de adey abeba bloeit enkel in de periode rond Ethiopisch nieuwjaar. Maar dat bloementapijt is al een tijdje sterk uitgedund. Dat komt natuurlijk door verschillende factoren, maar de afwezigheid van bestuivers, zoals de honingbij, speelde ongetwijfeld een belangrijke rol,” stelt Atickem.

Het was zijn recent onderzoek naar koffieteelt, het belangrijkste exportproduct van Ethiopië, dat Atickem aanzette om ook een project rond bijen op te zetten. “Voor mij wordt het interessant wanneer marktpotentieel en natuurbescherming hand in hand gaan. Dat gebeurt bij koffieteelt: de plant heeft een schaduwrijke omgeving nodig om het goed te doen. Koffie en bebossing gaan hand in hand. Daardoor is er in het zuiden van Ethiopië, waar de meeste koffie wordt geteelt, een bloeiende biodiversiteit,” stelt Atickem.

Moderne honingproductie

Vandaag wordt honing in Ethiopië bijna uitsluitend geproduceerd met traditionele bijenkorven, die gemiddeld zo’n 5 à 7 kg honing per oogst opleveren. “Dat zorgt ervoor dat het in volumes om een vrij lage productie gaat. En ook de kwaliteit is ook minder goed dan bij moderne honingproductie, omdat niet dezelfde eisen worden gesteld aan oogst en bewaring. Hierdoor bestaat er quasi geen exportmarkt voor Ethiopische honing, terwijl het land wel de grootste honingproducent is van Afrika,” legt Atickem uit. “Wij willen met ons project honingproductie moderniseren, met bijenkorven die tot 35 kilogram honing opbrengen, twee keer per jaar.”

“In september worden de eerste korven geplaatst. Ze komen op drie plekken, die qua landschap erg van elkaar verschillen. Een eerste regio waar we starten is in Gambelastreek, in het westen van Ethiopië, bij de grens met Zuid-Sudan. Een tweede regio is Gera, bij de stad Jimma, in het centrum. Een laatste regio waar we opstarten zijn de Anaz-bergen, die deel uitmaken van het centrale hoogland. De omgeving daar is spectaculair: een natuurreservaat waar heel wat bedreigde diersoorten leven. Daar werken we samen met de lokale Anaz-gemeenschap – een bevolkingsgroep met weinig toegang tot de markt – en Rain Forest Trust, die er de honingproductie in handen nemen.”

“De honingproductie biedt voordelen voor de lokale economie én voor de biodiversiteit”

Wetenschappelijk wordt het project mee opgevolgd door de universiteit van Addis Abeba. Ook de Universiteit van Oslo neemt deel aan het project. “Ik haalde mijn PhD in Noorwegen en samen met collega’s publiceerde ik heel wat over de biodiversiteit in Ethiopië,” vertelt Atickem. De Belgische wetenschapper Alain Pauly van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, prof. Frédéric Francis en zijn collega’s bij de afdeling Agro-Bio Tech van de ULiège zetten hun expertise rond honingproductie in.

“Het Ethiopische Holeta Bee Research Center (HBRC) helpt ons met het ontwikkelen van de moderne bijenkorven. Hun expertise rond het splitsen van bijenkolonies is cruciaal. Met hun hulp kunnen we erin slagen elke zwerm in vier te splitsen waardoor onze productie exponentieel kan stijgen: elk seizoen met factor vier. Het HRBC staat ook in voor de controle op de bijenkorven, en ze zullen mensen opleiden om imker te worden.”

“We verwachten tegen december een eerste keer te kunnen oogsten. We beginnen met 40 korven per site. Als je weet dat onze bijenkorven jaarlijks 60 à 70 kg honing opbrengen die we kunnen verkopen aan een marktprijs rond de 5 euro per kilogram, en de prijs van onze bijenkorven – die zo’n zeven jaar meegaan – rond de $ 92 ligt, weet je dat de opbrengst hoog zal liggen. Ik heb er vertrouwen in dat – als erin slagen we schadelijke ziektes en mieren onder controle te houden – we goed zitten voor de opstart, productie en kwaliteit van de honing.”

“Mijn grootste zorg is toegang tot de Europese markt. Niemand van de projectpartners kent die markt goed. We hebben contact met verschillende honingimporteurs, maar het is afwachten hoe we het uiteindelijk zullen regelen. Binnenkort gaat onze website online, dan weten we misschien snel meer. Ook de biologische certificering zal nog wel wat tijd vragen. En de stalen van onze eerste oogst worden eerst onderzocht in laboratoria op hun samenstelling. Ondertussen kunnen we de honing verkopen op de Ethiopische markt.”

 

“Als je weet dat elke korf tot 100.000 bijen aankan, weet je dat je er geen honderden van in één keer kan plaatsen. Daarom is het belangrijk dat de natuur voldoende sterk is en de bijen kan voorzien van nectar. De flora moet het ook aankunnen,” besluit Atickem. “Als de natuur er klaar voor is, dan zijn wij ook klaar om honing als een Ethiopisch exportproduct op de kaart te zetten.”