Skip to main content

Zuivelproductie professionaliseren op Nepalese platteland kan voor nodige economische zekerheid zorgen

In de bergachtige regio in het oosten van Nepal, aan de grens met het Indiase West-Bengalen, ligt het district Panchthar. Het is een weinig ontwikkeld district, gekenmerkt door structurele armoede en plattelandsvlucht. In Panchthar is landbouw de grootste bron van inkomen: er worden kardemom, gember en bezemgras geteeld, voornamelijk voor export naar India, maar landbouw is ook cruciaal in het levensonderhoud van huishoudens. Helaas bleek de prijs van gember en kardemom de afgelopen jaren volatiel en buiten de controle van de boeren. Recent kelderde de prijs van kardemom, en daarmee halveerde ook de productie op tien jaar tijd. Veel jongeren vertrekken uit de regio om in het buitenland geld te verdienen. De regio snakt naar economische zekerheid.

Lokale zuivelproductie

Good Neighbors International (GNI) is een internationale NGO die met projecten rond onder andere onderwijs, gezondheid en ondernemerschap kansengroepen ondersteunt en activeert. Recent zette GNI met de ondersteuning van BPF een project op rond het professionaliseren van zuivelproductie in de regio. Want naast landbouw produceert circa 30% van de huishoudens melk, voor de markt of voor eigen consumptie.

Hoewel melk een belangrijk deel van het dieet uitmaakt voor veel gezinnen, volstaat die lokale productie niet om te voldoen aan de vraag. “Zeker in de steden zien we een grote stijging van de vraag naar melkproducten,” vertelt Bishnu Poudel van GNI. “Vandaag is Nepal een netto-importeur van melkproducten uit het buitenland, hoofdzakelijk uit India. Terwijl we hier alles hebben om zelf melkvee te houden: weilanden om te grazen, veevoer en veel arbeidskrachten die op zoek zijn naar een waardig inkomen. De kans om lokaal melk te voorzien, mogen we niet laten liggen.” In het project helpt GNI coöperaties van melkproducenten om een betere toegang tot de markt te verzekeren en het promoot kwalitatieve zuivelverwerkingstechnieken.

Vandaag wordt de aanwezigheid van melkvee – er zijn naar schatting 11 miljoen runderen en buffels in Nepal – niet omgezet in een grote productie. Daar liggen verschillende oorzaken van aan de basis, stelt een rapport van de FAO (de Verenigde Naties) uit 2010. Zo is er onder andere een ernstig tekort aan voedzaam veevoer door achteruitgang van bosgebieden door houtkap, landbouw en bebouwing. De overheidsondersteuning is beperkt, waardoor bijvoorbeeld veterinaire diensten onvoldoende zijn uitgebouwd. Ook het fokken is weinig geprofessionaliseerd. Daarnaast is er een gebrek aan professionele opleiding en begeleiding. Tot slot heeft een groot deel van de rurale landbouwers slechts beperkte marktkansen door een grote afstand tot de markt of gebrek aan marketingtechnieken en actuele informatie.

“Vandaag zijn er weinig melkboeren, en als er melk wordt geproduceerd is dat meestal voor eigen consumptie,” legt Poudels collega Rupa Mishra uit. “Het is natuurlijk niet gemakkelijk om als melkboer de melk te produceren, te behandelen én op de markt te zetten. Daarbovenop is de melkprijs laag en de melkproductie niet centraal georganiseerd. Al bestaat er wel een markt voor verschillende zuivelproducten: melk, ‘dog chew’, kaas, geklaarde boter (ghee) en gewone boter.”

Coöperaties ondersteunen

“Daarom startten we in 2016 met een project in de districten Panchthar en Morang waarin we coöperaties van boeren ondersteunen om de te melk verzamelen, te verwerken en op de markt te brengen,” vertelt Mishra. “De resultaten waren veelbelovend: coöperaties van melkproducenten groeiden aan van 110 tot 290 leden in Panchthar en van 1272 tot 1705 leden in Morang. Voor het project was de gemiddelde dagelijkse melkproductie in Panchthar 300 à 400 liter, die hoeveelheid steeg naar 1200 à 1500 liter. Ook in Morang steeg de productie aanzienlijk: van 1500 naar 2700 liter per dag.

Wegens het succes van dat pilootproject, was de lokale overheid in Panchthar vragende partij om het project uit te breiden van één naar drie,” vertelt Mishra. “Samen vroegen we een subsidie aan bij de Koning Boudewijnstichting voor de ondersteuning van drie coöperaties in de landelijke gemeenten Phalgunanda, Miklajung en Kummayak.”

“Vandaag is Nepal een netto-importeur van melkproducten uit het buitenland terwijl we hier alles hebben om zelf melkvee te houden. De kans om lokaal melk te voorzien, mogen we niet laten liggen.”

“Good Neighbors International helpt kleine boeren met het aanschaffen van melkvee. Het lokale melkvee heeft met een productie van ca. twee liter per dag een veel lagere productiviteit dan speciaal opgekweekte melkkoeien als het Holsteinras, dat gemiddeld 25 liter per dag melk levert,” stelt Bishnu Poudel. “Daarnaast ondersteunt GNI de boeren om hun melkproductie op te drijven en voorziet kennis over melkproductie- en bewaring. Ook worden de boeren werden voorzien van een melkkan voor bewaring en transport. We leren hen ze hoe ze gezond veevoer kunnen maken met lokale gewassen. Verderop in de keten ondersteunen we boerencoöperaties bij het verzamelen, koelen en verwerken van de melk tot zuivelproducten als ghee, dog chew en gecondenseerde melk. Tot slot helpen we hen om aansluiting te zoeken bij nabije afzetmarkten en bedrijven.”

Doel: waardig leven

De deelnemers aan het project zijn divers. “We mikken op groepen die vandaag in de regio gemarginaliseerd worden,” legt Mishra uit. “Iets minder dan één op de drie deelnemers is vrouw, ongeveer de helft is jeugd. Onze programma’s zijn erop gericht om de jeugd een toekomst in eigen land mogelijk te maken. Als vrouwen en jongeren financieel meer slagkracht krijgen, krijgen ze haast automatisch meer inspraak in het gezin, en komt er meer ruimte vrij voor onderwijs en gezondheid,” stelt ze. “In totaal zullen circa 1750 melkveehouders zich aansluiten bij de drie coöperaties. Indirect is onze impact nog groter, omdat we ook de gezinnen van de deelnemers bereiken.”

“Het doel is een waardig leven opbouwen,” stelt Poudel. “Door kwalitieve verwerking van de melk te garanderen, kunnen de boeren de prijs van ca. 30 cent per liter opdrijven naar 50 cent per liter, wat toch echt de minimumprijs is in onze ogen. En de boeren zien een toename in hun productie, met factor twee of drie.”

“De eerste trainingsessies zijn achter de rug. In een volgende stap zullen we nu lokale melkveehouders ondersteunen met beurzen,” zegt Mishra. “De coöperaties zijn gelinkt aan de lokale overheden, die hen begeleiden en lokaal technische ondersteuning bieden. Het is door die verankering in lokale besturen, dat GNI na verloop van tijd niet meer nodig zal zijn, en dat dit project ook op de lange termijn het verschil zal maken. Misschien vinden jongeren zo opnieuw hun plek terug in de regio,” besluit ze.